Sven werd huilend wakker uit een boze droom. Mama, mama, riep hij. Er zit een krokodil onder mijn bed!
Mama kwam en was heel dapper. Ze ging wel even kijken. Nee Sven, er is geen krokodil, zei ze. Wel-wel-wel, riep Sven, Papa, papa!
Papa kwam ook. Hij kroop onder het bed en sloeg een paar keer met zijn vuist op de vloer. Wat jij, gemene krokodil , riep hij. Zo, die is dood Sven, zei hij.
Gekke papa. Krokodillen onder je bed bestaan helemaal niet, heksen ook niet. Alleen in boze dromen, niet in het echt. Maar het hielp wel, Sven ging weer lekker slapen.