|
|
Verhalen
308
verhalen voor peuters, kleuters en kinderen
|
Boutje gaat alleen op stap
|
|
|
|
|
Boutje werd vroeg wakker. Moertje sliep nog, maar Boutje stond al buiten.
De zon scheen, een mooie dag om er op uit te gaan. De paden op de lanen in. |
Boutje liep het bos eens in. Maar al gauw wist hij niet meer zo zeker waar hij was.
Was Moertje nu maar hier, die had wel raad geweten… eigenlijk was het niet zo leuk alleen. |
|
|
Moertje was intussen ook wakker. Waar ze ook keek, geen Boutje!
Ze zocht in alle hoeken en gaten en riep Boutje, Boutje! |
Helemaal verdrietig dat ze hem niet kon vinden ging ze tenslotte zitten.
En pinkte een traantje weg. Waar zou Boutje toch zijn? |
|
|
Boutje was helemaal verdwaald. Hij wist niet meer wat te doen. Weet je wat, hij klom eens in een boom, dan kon hij zien waar hij was. |
Wat zag Moertje daar? De zon schitterde op iets hoog in de boom. Zou dat Boutje zijn? |
|
|
Snel rende ze er naar toe. Wat doe jij in die boom, vroeg ze – helemaal opgelucht dat ze Boutje zag.
Ik ben verdwaald zei Boutje verlegen. |
Kom maar mee zei Moertje, we zijn vlak bij het pad naar huis. Goh, dat Boutje dat nou niet gezien had. En tevreden gingen ze naar huis. |
|
© the Tale Machine
boven
|
© Flevokids
|