|
|
Verhalen
304
verhalen voor peuters, kleuters en kinderen
|
Hoe de Maan naast de Zon kwam te staan.
Steeds meer sterren vielen in zee. Het was niet meer nodig de nacht te verlichten, want het was nooit meer nacht. |
|
|
Kom , zei Venus tegen de Maan, wij gaan ook. Ik wacht nog even, zei de Maan. Maar Venus suisde al naar beneden. |
Ha Parel! zei Venus. Wat is het hier mooi! Alles wordt steeds lichter en doorzichtiger, zei Parel. Het wordt steeds mooier. De Maan wil nog niet komen, zei Venus. Oh jé, zei Parel. |
|
|
Spirit de slang reisde heel tevreden rond. Hij hoefde niemand meer omhoog te brengen. Parel riep Spirit. De Maan heeft koudwatervrees, vertelde ze. Hoezo? zei Spirit, het water is warm. |
Ga jij de Maan eens halen, vroeg Parel. Maan staat daar zo eenzaam. Alleen als jij meegaat, zei Spirit. En zo begon de reis. |
|
|
Onderweg gaven ze de laatste aarzelende sterren een zacht zetje. Ja, ze waren hier nou toch. |
Schei uit huilde de Maan. Haar tranen vielen in zee. Ik hoor bij de nacht, zei de Maan. Ik heb geen functie meer. Ze was intens verdrietig. |
|
|
Hm, zeiden Parel en Spirit. Ze overlegden wat te doen. Toen hadden ze een plan. Spirit sloeg zijn staart om de Maan.
Hij rekte zich heel lang uit en legde zijn kop in de Zon. Goed gedaan Spirit zei de Zon. |
Spirit trok zichzelf in en legde de Maan naast de Zon, terwijl Parel de bange Maan troostte. Oooooh zei de Maan toen ze het water raakte. |
|
|
Iedereen kwam de Maan bedanken voor haar licht in de nacht. Zo blij dat ze nu hier was heetten ze haar welkom.
De Maan werd van al die bedankjes steeds blijer en groter.
En zo komt het dat de Maan nu naast de Zon staat.
Hier eindigt dit sprookje.
Tijd om buiten te spelen. |
© the Tale Machine
boven
|
© Flevokids
|